top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverCharlotte

Back on the road, Oostkust: Deel 1

Bijgewerkt op: 8 feb. 2019

Oké, ik moet in delen gaan schrijven want ik weet het, ik loop heel heel heel ver achter. Geen excuses meer want......... we zitten op het moment vast in het regenseizoen in Cairns en kunnen geen kant op door overstromingen, wegblokkades etc. Terwijl we al dagen wachten tot het water zakt (wat tot op heden niet gebeurt), heb ik nu de kans om jullie weer bij te praten over mijn reis.


Om onze roadtrip wat visueler te maken heb ik een map gemaakt waar je de route kunt zien die we in het eerste jaar, 2018, gemaakt hebben, de route die we nu maken vanaf december t/m februari en beide routes (zie grote map). In een paar weken moeten we weer in Broome zijn en hebben we nog heel wat kilometers af te leggen, zo'n 6000km.


Om je een beeld te geven van de afstanden vond ik deze afbeelding wel verhelderend:

Ongelofelijk he, hoe groot Australië is, het verbaast me nog elke keer. Je kunt je dus wel voorstellen hoe veel verschillende landschappen er in zit land zijn. Ongekend en heel bijzonder.


Afijn, ik eindigde mijn vorige blog dat ik vrijwilligerswerk had gevonden in een Koala en Wildlife Hospital en oh wat was dat gaaf!

Om 7.00u zat ik de eerste dag op mijn mountainbike om ervoor te zorgen dat ik zeker om 9.00u bij het Koala en Wildlife Hospital zou zijn. Wat was ik zenuwachtig. Want in Australië werken met dieren is één ding maar werken met dieren die je alleen in het wild in Australië kunt vinden is weer een ander verhaal. Ik kwam blank binnen en ik werd meteen op sleeptouw genomen door de andere vrijwilligers. Het mooie van het ziekenhuis is dat alles gesponsord wordt; alle spullen, de dierenarts die dagelijks een paar uurtjes komt, de voeding, en dan heb je nog elke week een hele hoop vrijwilligers die elke dag voor die prachtige beestjes zorgen.

Elke dag reed ik op mijn fiets zo’n 1,5 uur door het park en de stad om het koala ziekenhuis te bereiken en al snel wist ik meer en meer over de dieren. Wat heb ik enorm genoten.

De patiëntjes zijn voornamelijk verschillende soorten vogels (ook kaketoes en andere papegaaien), possums (nachtdiertjes), reptielen en koala’s. Ik kan gewoon niet omschrijven hoe mooi het was. Je voelt je net een moeder tussen al deze diertjes omdat jij verantwoordelijk bent om ze een fijn kooitje te geven en ze de beste zorg te geven die ze nodig hebben. De kleine vogeltjes krijsen continu om voedsel en ik maakte heel wat vreemde diëten klaar; reptielballen, magpieballen, muizen (voor de uilen), meelwormen etc.

En wat ik het prachtige van dit vrijwilligerswerk vind is dat ik zo dicht bij het wildlife kon komen zonder dat het een toeristische attractie is waar geen voordelen aan zitten voor de dieren. Hier kun je ze tenminste helpen.

Op een dag kwam er een koala binnen die aangevallen was door een hond. Hij zag er niet al te best uit en om hem goed te kunnen onderzoeken moest hij gesedeerd worden.

Ik wilde net met mijn lunch starten toen de dierenartsstudent de koala vast had omdat hij blijkbaar omhoog gehouden moest worden voor hij wakker zou worden na de sedatie. Ze zei dat ze het erg druk had en dat ze nog niet gegeten had. “Weet je wat,” zei ik, “ga maar eens wat eten en dan hou ik hem wel vast.” “Vindt je dat niet erg?” Vroeg de dierenartsstudent. “Helemaaaaaaaal niet!!” zei ik enthousiast. En daar zat ik, met deze prachtige koala in mijn armen die we hopelijk een langer leven kunnen geven als hij weer op zou knappen.


Toen hij langzaam wakker begon te worden en zijn scherpe klauwen in mijn armen begon te zetten werd ik toch wat onrustiger en gaf ik hem gauw terug aan de dierenartsstudent. Dit was even een momentje, maar ik was me al te best bewust dat koala’s ook agressief kunnen zijn!

Maar wat voelde ik me toch enorm bevoorrecht dat ik mocht werken met deze dieren. Dit gaf me nog veel meer overtuiging dat ik echt iets met dieren wil gaan doen. Dat is mijn passie, daar word ik warm van en daar zou ik alles voor opzij kunnen zetten.

Het was ook wel ooit verdrietig. Tijdens de weken dat ik er was zijn er heel wat vogeltjes en koala’s geëuthanaseerd. Ik dacht dat ik er niet zo goed mee om kon gaan. Ik zei altijd dat dat de reden is dat ik nooit iets ben gaan doen mee dieren omdat ik m’n emoties beter in bedwang zou kunnen houden bij werken met mensen dan met dieren. Dieren hebben namelijk geen stem. Maar het tegendeel bewees het. Ik vond het juist mooi dat veel wilde dieren nog een tweede kans kregen door de hulp van deze geweldige mensen. En soms kun je ze niet redden, dat hoort bij het leven.

Op een dag kwam er een heel zwak vogeltje binnen die niet eens zijn kopje omhoog kon houden. Ik wilde haar proberen te voeden en nam er de tijd voor. Met één hand probeerde ik haar snaveltje te openen en haar met mijn andere hand te voeden via een pipetje. Het ging niet makkelijk maar na een tijdje begon ze wat te weg te slikken. Ik was zo blij en riep naar iedereen dat ze haar oogjes wat open begon te doen en begon te eten. Ik was door het dolle heen. Ik probeerde nog een paar keer tot ik haar weer terug wilde zetten in de warmtekooi. Ze vertelden me op dat moment dat ze van de warmtekooi naar de vogelkamer mocht. Wauw, dat is goed nieuws. Maar ik vond dat ze er wat vreemd uit zag in mijn armen. Afijn, een paar andere vrijwilligers hadden het kooitje klaargemaakt en een klein nestje gemaakt van handdoeken, een paar takjes, het kon niet beter, het zag er perfect uit. Op het moment dat ik haar uit mijn armen haal en zet haar op het nestje zet merk ik dat er geen leven meer in zit, ze deed niks meer! Ze zelfs gewoon al stijf. Mijn god wat voelde ik me verschrikkelijk! “Heb ik dat gedaan?! Heb ik iets verkeerds gedaan met voeden?” “Nee joh”, zeiden ze heel geruststellend, “ze was gewoon te zwak. En ze is tenminste in warme handen overleden.” Ik was ontdaan…

Zo kwam er ook een eend binnen waarbij iemand de poten bij elkaar gebonden had met een draad waarbij hij zijn pootjes daarna niet meer kon gebruiken. We hebben van alles geprobeerd, hem dagelijks therapie gegeven in een klein vijvertje, maar niets hielp. Uiteindelijk hebben ze hem ook in moeten laten slapen.

Gelukkig waren er ook genoeg succesverhalen en hebben ze veel dieren vrij kunnen laten in hun eigen territorium en leefomgeving.

Ik moet zeggen dat Adelaide best bijzonder is. Er zijn prachtige parken vol met wildlife. De andere kant ervan is dat mens en dier zo dicht bij elkaar leven dat er dus vaak gewonden vallen.

Ik ging regelmatig hardlopen in een park aan de rand van Adelaide en het stikt er van de koala’s. Elke keer als ik daar kwam kon ik gewoon niet geloven dat ze daar in de prachtige natuur gewoon in de bomen liggen te tukken terwijl ik aan het hardlopen ben. Hoe bijzonder is dat. Het zijn zo’n enorm prachtige dieren. En het is zo speciaal dat ze alleen hier in Australië te vinden zijn.

Met een nieuwe geweldige ervaring in mijn rugzak ging ik Nederland bezoeken voor 2,5 week. En ik moet eerlijk bekennen, ik heb het er nog moeilijk mee als ik er aan denk.

Wat keek ik ernaar uit om pap en mam te zien, m'n broers en schoonzus, familie, m'n lieve vrienden en de kids! EN ik zou mijn neefje voor de eerste keer ontmoeten! Hoe bijzonder is dat.

Het was ook een beetje spannend. Want zou het anders zijn nu? Zijn mensen me een beetje vergeten als je al een tijd weg bent... Maar het was geweldig. Ik herinner me zo goed dat ik ons pap en mam zag staan toen ik net landde op het vliegveld. Wat hebben we wat af geknuffeld! Alles voelde als van ouds, ik heb super leuke dingen gedaan, heb veel quality time gehad met de familie en het was net of ik mijn lieve vrienden gisteren nog gezien had, bij pap en mam voelde het weer super fijn en ik heb genoten van de tijd die ik met mijn familie en vrienden kon spenderen. En het was natuurlijk geweldig om mijn kleine neefje voor de eerste keer te zien, wat een heerlijk mannetje. Ik heb zo genoten van de aanwezigheid van de kleine koters. En ik had een aantal meer baby'tjes te bezoeken/ontmoeten van mijn vriendinnetjes (god, ik word ouder).

Maar ik moet toegeven, 2,5 week was veel en veelste kort, ik heb niet eens iedereen kunnen zien, maar ik was zo blij met de tijd die ik wel had.

En dan komt er weer het vertrek aan… Wat was het moeilijk om iedereen weer gedag te zeggen. Het voelt als een last op mijn schouder dat ik mijn ouders pijn doe dat ik deze keuzes maak. En vanaf het moment dat ik Nederland weer bezocht heb, mis ik thuis enorm! Dat was de eerste keer sinds ik Nederland een jaar geleden verliet. Ik mis geen 'thuis', ik mis Nederland niet, maar ik mis gewoon dicht bij mijn dierbaren te zijn. En dat doet me pijn. Ik moet even een paar traantjes laten...

Het is soms zo'n emotionele rollercoaster. Ik weet dat ik de juiste keuze heb gemaakt en ik geniet enorm van de vrijheid, van alles wat ik mee mag maken en ik ben zo blij dat ik dit KAN doen, maar het voelen van geluk en het voelen van verdriet om het missen van je dierbaren ligt dicht bij elkaar. Het terug gaan naar het dagelijkse Nederlandse huisje-boompje-beestje-leventje met een 8-5 baan is het nu niet voor mij. Hoe mooi het ook is om het bij anderen te zien.

Ik heb mijn neefje een paar keer van school opgepikt en ik kreeg het spaansbenauwd tussen de moeders, die me een partij aan het roddelen waren over anderen en opscheppen over hun kind. Nee, ik zie me daar nog niet tussen staan.

Ik ben nog te rusteloos en ik wil nog te veel zien, maar wat zou ik oh zo graag iedereen weer willen knuffelen, mijn neefjes willen zien!

Maargoed, ik wist dat deze kant er ook aan zat te komen toen ik deze keuze maakte en daar moet ik ook mee zien te dealen. In de zomer 2019 kom ik weer terug naar Nederland en wil ik een paar maanden blijven dus daar kijk ik enorm naar uit.

Begin November vloog ik terug naar Adelaide en stond Ray me op te wachten met onze nieuwe (oude) bolide. En oké, geen stoere foto's meer van mij op de auto, geen armpje meer uit het raam etc. want tegenover de stoere Landrover die we hadden is dit maar een suffe gezinsauto. Maaaaaar ik ben er erg blij mee want het heeft enorm veel ruimte, wat we zeker nodig hebben en we hebben geen vier wiel aangedreven auto nodig voor de oostkust, wat een hoop benzine bespaard. Dus het is een familieauto geworden, een Kia Carnival.

Gauw alle stoelen eruit voor mensen gekke dingen gaan denken en Ray en zijn broer hebben het zo gebouwd dat we een paar boxen erin kunnen plaatsen en onze fietsen kwijt kunnen.

En zo begon mijn tweede jaar in Australië. Ongelofelijk! Wat gaat de tijd toch hard! Na het midden en de westkust te hebben gezien, begon nu eindelijk de roadtrip van zuid- via de oostkust naar het noorden om uiteindelijk weer in Broome te belanden.


Voordat we met onze nieuwe bolide vol geladen naar moeders gingen in Whyalla, hebben we nog een weekje genoten rondom Adelaide. We wilden nog een paar hikes en duiken maken, dus dat was het plan. Met 10(!!!) duiktanks in de auto trokken we een eindje naar het zuiden van Adelaide om een paar duikplekken te bezoeken. Dat is dus het mooie van Adelaide. Het is niet ver weg en je kunt gewoon op eigen houtje een aantal duiken maken vanuit steigers of vanaf het strand. Een duik die toch wel erg bijzonder was, was Port Nourlanga. Een klein touristisch dorpje waar we onze duikspullen op moesten zetten op een grote, drukke parkeerplaats en met onze zware duikspullen op onze rug zo’n 10 min. moesten lopen naar de steiger waar mensen een wandeling aan het maken waren, aan het vissen waren, kinderen van de steiger af sprongen etc. Zodra je onder water bent kom je in een hele andere wereld. En we hadden het geluk dat het deze tijd van het jaar stikt van de Port Jackson haaien. We zagen er wel 40.

Ze liggen stil tussen en in de rotsen en zijn behoorlijk groot, maar ongevaarlijk. De eerste paar keer had ik het er niet zo op maar na er 10 gezien te hebben had ik er wel vertrouwen in en ging ik op zoektocht met mijn zaklamp. Een ander wezen waar je hier in Australië voor uit moet kijken is de blauwring octopus. Een super kleine octopus die er echt prachtig en schattig uit ziet maar dodelijk is. En daar stikte het ervan! Ze zijn dodelijker dan elke giftige spin en slang in Australië. Uitkijken dus.

Na een uur onder water besloten we daar een tweede duik te maken. In onze pauze namen we een biertje, verwisselden we onze tank en gingen we weer richting de steiger. Deze keer hadden we het plan om op jacht te gaan naar ‘gevonden voorwerpen’ onder de steiger. Want je weet maar nooit, iemand verliest een ring of wat dan ook. Ik was er helemaal voor in en was door het dolle heen toen ik een duikgewicht vond. Ik was op scherp… ik zag een behoorlijk groot lokaas, je weet wel, zo’n gekleurde garnaal ofzo en die zijn hier best prijzig om te kopen. Dus ik erheen, ik inspecteer mijn vondst maar het lokaas met de lijn zat vast in een kelp (soort begroeiing onder water). Ik trekken en trekken aan de lijn om hem los te krijgen maar zonder resultaat. Ik had Ray nodig om het los te snijden met zijn mes maar hij was een aardig eindje weg. Toen ik eindelijk zijn aandacht had gekregen en ik hem seinde dat ik toch wel een goede vondst had kwam hij mee. Hij inspecteerde mijn vondst en begon kei hard te lachen onder water. ‘Wat?!’, dacht ik bij mezelf. Wat bleek, Ray zag de lijn tot de oppervlakte gaan dus hij zat nog vast aan iemand die op de steiger aan het vissen was. Whoops, oké geen succes.

De duiken die we deden waren geweldig en de vrijheid hebben om op eigen houtje te duiken wanneer je wil, waar je wil en hoe lang je wil (nouja, tot de lucht in de fles op is) is heerlijk!

Er zijn ook een aantal geweldige hikes rondom Adelaide. Geen lange hikes maar prachtige hikes waar je de koala’s bijna aan kunt raken (doe het niet!) en zwarte kaketoes kunt zien (helaas geen foto van). Hoe bijzonder!

Dat is het mooie van Zuid-Australië. Het is niet zo populair onder de backpackers, wat ik overigens niet begrijp. Ik heb een Lonely planet waar geweldige tips in staan van hele mooie plekken, maar dan kom je in Adelaide en vindt je die juweeltjes die nergens vermeldt staan en misschien nog wel mooier zijn dan het meest toeristische nationaal park in West-Australië. Ga daarom van de gebaande paden en zelf op pad!


Het was tijd om verder te gaan. En dus eerst langs Ray’s familie in Whyalla. Ray’s familie zijn allemaal even gek dus ik heb enorm veel gelachen en gekke dingen gedaan. Het dagelijkse leventje in Whyalla is relaxed. Whyalla is vrij afgelegen en er is niet veel te doen maar mensen weten toch hun plekken te vinden en maken er het mooiste van.

We zijn gaan golfen met de kangoeroes en emoes op de achtergrond, we hebben weer met de dolfijnen gezwommen, we hebben onze schelpencollectie tiptop gemaakt, we hebben een duik gemaakt in de Whyalla marina waar ik geen hand voor ogen zag en Ray en zijn zus kwijt raakte, we hebben veel gin&tonics gedronken met de familie en heel veel gegeten (zoals altijd als je familie bezoekt, toch?).

Na 3 weken was het wel genoeg geweest en gingen we op pad naar Melbourne. We hadden een lijstje gemaakt welke plekken we allemaal wilden bezoeken en ik wist niet wat ik meemaakte. Wat een super mooie kustlijn, super mooie parken en er is zelfs regenwoud!

Mount Gambier was de eerste stop na Adelaide. Mount Gambier heeft een aantal geweldig mooie sinkholes en kalksteen grotten die ontstaan zijn door erosie. Van een paar sinkholes hadden ze prachtige tuinen gemaakt. Ik was flabbergasted. Helaas werkte het weer niet mee, maar desondanks was het nog steeds prachtig!

In Mount Gambier hadden we de mogelijkheid om een duik te maken in een sinkhole, wat erg bijzonder is omdat je normaal gesproken gekwalificeerd duiker moet zijn voor grotten. Het was die dag ijskoud (ofja, in Australische begrippen, 15 graden) en het miezerde continu. Het bedrijf waar we de duik geboekt hadden vertelden ons dat we bij aankomst op de boerderij door het hek moesten gaan en het hek achter ons moesten sluiten omdat de schapen anders konden ontsnappen. Een boerderij! Schapen! Alleen die ervaring al voorafgaande aan de duik was bijzonder. Na een tijd over een zandweg te hebben gereden gaf google maps aan dat we gearriveerd waren. Geen bereik meer op de telefoon en er was inderdaad een hek. Maar de boederijen hier zijn zo enorm groot dat we niet eens een huis zagen, laat staan een verzakking/grot waar we in konden duiken. Wij dus netjes het hek sluiten en nadat we een paar kilometer verder op de boerderij hadden gereden zagen we een enorme garage met een duikfoto erop… we zaten goed.

Toen we door de deuren van de garage liepen zagen we de sinkhole. Wat een prachtige plek. Gewoon te vinden op een schapenboerderij van de Familie Kilsby. De schapen renden rond en wij liepen daar in ons duikpak. Wat een ervaring. De duik was erg bijzonder. Als je in de zee duikt heb je geluk als je 15 meter ver kunt zien, hier kon je 30-40 meter ver kijken, zo helder was het water. Op de bodem lagen botten van dieren en vonden we zelfs een grafsteen. Er was niet veel onderwaterleven op een paar kleine garnaaltjes na, maar het was geweldig!

Na een uur duiken was het tijd om naar boven te gaan. Om uit de verzakking te komen moest je een aantal ladders omhoog klimmen. Stel je voor met zo'n 15 kilo op je rug en je middel en mijn handen voelden als bevroren. M’n tenen waren wit en m’n lippen blauw. Het lukt me maar amper… Maar wat was ik blij met deze ervaring.

Op de weg terug reden we bijna over de Kilsby Jack Russel die als een dolle over het weiland en de weg rende, in onze auto sprong toen we stopten en mijn gezicht compleet nat likte toen we onderweg waren naar Meneer Kilsby die in zijn oude kloffie een hek aan het maken was.

Na Mount Gambier reden we door naar The Grampiens waar we in plaats van waar iedereen ging hiken, wij gingen hardlopen. En het was bruut! Het was zo stijl omhoog dat ik wat afgevloekt heb voordat we boven waren. Ik kon niet meer… Maar het was me gelukt. En waar we voor gekomen waren, het geweldige uitzicht over the Grampiens, was nogal teleurstellend. Geen berg te zien door de mist waar we in zaten en het regende dat het zeikte. Maar voor ons geen stoppen en we renden weer terug naar beneden (wat heerlijk was na die vervloekte klim!).

’s Avonds vonden we een super mooi plekje om te kamperen midden in de bossen met uitzicht op de bergen waar we ons kampvuurtje hadden. ’s Ochtends stikte het van de kangoeroes rondom onze auto.

Na The Grampiens namen we één van de meest toeristische routes van Australië, de Great Ocean Road. En ik begrijp nu waarom.

Prachtige uitkijkpunten, prachtige hikes en tussendoor rij je door het Great Otway National park wat één van de mooiste nationale parken is waar ik ooit geweest ben.

In Apollo Bay stopten we bij een camping waar we direct aan het water stonden met onze daktent en uitzicht hadden op een zeehondenkolonie.

Een andere kampeerplek die we vonden in het Great Otway National park stikte het van de koala’s die op dat moment op hun best waren (lees, wild voor een vrouwtje) die we ’s nachts aan het werk hoorden en papegaaien die ons vergezelden tijdens ons ontbijt.

Als je ooit naar Australië op vakantie gaat, download dan de app Wikicamps. De beste app ooit! Het is een app die alle gratis en betaalde kampeerplekken laat zien in Australië. Elke dag, aan het einde van de dag checken we Wikicamps op gratis kampeerplaatsen en het heeft ons al naar de mooiste plekjes gebracht waar amper iemand is. Soms een paar gelukkigen die ook de juweeltjes vinden. En als er geen gratis kampeerplekken zijn, kun je altijd wel een goedkope knusse plek vinden waar we veel liever kamperen dan de overvolle campings waar je hutje mutje kunt kamperen. Alleen als we een keertje een douche nodig hadden en een wasje moesten draaien hebben we op een camping gekampeerd, die ook erg mooi kunnen zijn hoor.


Een week later kwamen we aan in Melbourne bij de zus van Ray met hun 4 dochters. 4 tienerdochters!!!! Oh mijn god!


Maar dat later…


- Einde deel 1-

103 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page