top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverCharlotte

Plannen kunnen veranderen

Je zult nooit geloven waar ik nu ben… tsja… weer terug in Nederland. Onverwachts… maar ik ga 17 januari weer terug. En ik moet even wennen aan het weer. Yuk, was net gaan hardlopen in 30 graden minder dan in Aussie. Ik kon weer een deel lagen aantrekken in plaats van hardlopen in mijn sportbh. Maar het is ook fijn om hier even te kunnen zijn. Waarom ik weer in Nederland ben kom ik later op terug. Want nog zoveel te vertellen over de leuke dingen die ik heb meegemaakt. En ik heb foto’s!!!


De laatste week was een drukke, volle week. Ik had dus nog van alles te regelen maar ik kwam er gewoon niet aan toe. Ik werd geleefd door de familie, maar wel op een hele leuke manier. Ik heb veel mensen leren kennen. Spontaan met deze mensen een biertje of wijntje en nog één en nog één gedronken en veel rondleidingen in huizen gehad. Zo werkt het hier eigenlijk een beetje.

Silvia, de zus van Ray heeft me rondgereden door Whyalla, stopte elke keer weer ergens anders en dan waren we weer een paar uur verder.

En moeders houdt me ook goed bezig. Ik ben zelfs vorige week vrijdag (15 dec) met de oude dames naar de aquarobics gegaan. Ik heb me kapot gelachen. De dames van 70-80 en dan ik. Lekker uit de maat, en er waren er meer aan het buurten dan aan het sporten. Ik stond achteraan en kon het zooitje ongeregeld mooi bekijken. En ik kon de dames natuurlijk al want ik had de kerstlunch met ze gehad. Dus ze riepen al: “Hey love, how are ya?!” Heerlijk!

Daarna heb ik moeders afgezet en zijn we hapjes en wijn gaan halen omdat de volgende Silvia en mij alweer hadden uitgenodigd voor een wijntje. Wat een levensgenieters zijn de Australiërs. Tenminste wel in dit stadje. Gezellig met een wijntje, een hapje en wat groenten uit eigen tuin. En ze zijn zo trots met hun huizen. Zo sfeervol en sociaal. ’s Avonds pimpelen we nog even verder bij Silvia’s vriend en zijn dochter.

Na al het gesjouw van de afgelopen dagen had ik eigenlijk wel even een momentje voor mezelf nodig. Maar dat momentje was maar van korte duur want ’s middags was er een straatfeest in het centrum. Ik ging even hardlopen op het strand, maar ik stopte eerst even bij de marina. Er stonden was mensen op de jetty te kijken en ik wist al hoe laat het was; dan waren er dolfijnen! En ja hoor, ik zag telkens wat vinnetjes omhoog komen. Ze waren alleen een eindje weg. Ik was erbij gaan zitten en heb er denk ik een uur gezeten totdat ik de vin steeds dichterbij zag komen! Mijn wachten werd beloond. Hij kwam zo dichtbij dat ik hem gewoon aan kon raken (wat ik overigens niet heb gedaan).

Het was zo gek want hij had een flinke wond in zijn zij en het leek net of hij het wilde laten zien. Ik ga proberen het filmpje erop te zetten. Maar je kunt je voorstellen dat ik natuurlijk HELEMAAL door het dolle was! “Waaauuuww!!”, riep ik als een achterlijke. Er stond nog een moeder met haar dochter naast me die heel droogjes zeiden: “Yes, a dolphin.” Ik kon wel rondspringen als een klein kind! Voor hun was het normaal…

Veel te laat kwam ik terug bij moeders voor het straatfeest wat overigens niet veel aan was, maar moeders was lekker met het bandje mee aan het dansen en zingen. Ik kon natuurlijk niet achter blijven. Opnieuw kreeg ik na het straatfeest een rondleiding van Silvia, stopten we bij het strand en reden we door naar huis.



Maar nee, met Silvia houdt de dag nooit op want we kwamen langs de bikers club. Een grote hangar waar ze een aantal oude motors hebben staan en een bar hebben ingebouwd. Er zaten een paar typische motorrijders en één dame. Ofja, ik kan het niet echt een dame noemen. Ze stond vol met tattoo’s, geblondeerd, lang haar, rokersstem, had hoge laarzen aan met een kort beige velours jurkje en een flinke decolleté dat nog net bij elkaar gebonden was met een veter. Ze hoefde maar één ding te zeggen en ik merkte al dat ze hartstikke zat was. “Heeeeeeeeeey!! You’re here with your mom?” “Uh, nee, dit is Silvia, de zus van mijn vriend.” Later vroeg ze denk ik nog 3x of ik hier met mijn moeder was. “Ooooooooh I’m from Holland too!!!” “Waar dan?”, vroeg ik. “Belgium”. Oh, ja oké… “I fucking like you already!”, zei ze na een paar minuten. Ze had een tatoeage waar ze erg trots op was. En het was in het Nederlands. Ofja, het was geprobeerd om er een Nederlandse zin van te maken: Tot het einde van tijd. Ik vroeg me meteen af of die zin wel klopte. Maar ik lachte me kapot met het mens.

Moeders, Silvia en ik namen een biertje en ik werd meteen uitgenodigd om naar de wekelijkse barbecue te komen. Heel veel vlees en drank, zei de barman, en het is heel gezellig. “Oke, maar ik eet geen vlees”. “Oh….” Het viel even stil… “… er is ook heel veel salade.” Lijkt me eigenlijk best gezellig. Laat ik dat misschien eens doen. Ondertussen was Silvia met de bikerchick aan het praten en hoorde ik haar tegen Silvia zeggen: “I fucking love that bitch,” (en die bitch was ik dus) “, you should bring her to my place!” Hmm… misschien…

Toen we terug kwamen zei Ray’s moeder: “Oeh… ik kan er niet meer zo goed tegen, tegen het bier.” Ze zwalkte een beetje achter haar rollator. Ik zei: “Helen, je bent gewoon dronken! Je dronk ook gewoon sneller dan ik!”


De volgende dag, 17-12 werd ik uitgenodigd om naar het strandhuis te komen van Bob, de vriend van Silvia. Ik reed de oprit op en ik voelde meteen een rust over me heen. Wauw, wat een adembenemend mooie plek.

Er staan in totaal drie strandhuisjes naast elkaar en verder zie je niks, niemand, als alleen de zee voor je en de duinen naast je.

Ik zou de daktent opzetten want ik moet hem met insectenspray behandelen maar ik stikte bijna door de spray. Ik wist niet wat ik mee maakte. Ik klom gauw de tent uit maar ik ging gewoon bijna van mijn eigen af omdat ik gewoon geen lucht aan kon. Maar ik ben het weer te boven gekomen. Weer wat geleerd: niet met de insectenspray in een gesloten ruimte blijven.


Silvia en ik hadden besloten om een stuk te gaan kajakken. We waren nog maar een paar minuten op weg toen we dicht bij een bootje kwamen waarin twee jonge kerels aan het vissen waren. “Pas goed op want er zitten haaien! We zagen vorig weekend een hele grote.” “Bedankt jongens!” We peddelden weer verder en ik denk dat we allebei hetzelfde dachten: Jaja, twee jonge kerels die ons een beetje bang proberen te maken. Echt niet!

Een stuk verder kwamen we weer een bootje tegen met een vader en een zoon, ook zij waren aan het vissen. En zoals ze allemaal zijn groette ze ons en maakten we een praatje. Hij zei: “Let hier wel een beetje op want vorig weekend zagen we een 4 meter lange pointer. We hebben een filmpje.” WAAAT?! Dat filmpje moesten we natuurlijk zien. Een pointer is een haaiensoort die blijkbaar erg agressief kunnen zijn.

Wow wow wow…. Wacht… ik was even deze informatie aan het checken via google en ik zie dus nu pas dat een pointer een witte haai is!!!! Shit! Daarom zeiden ze dus dat die agressief is, natuurlijk!! “The great white shark, also known as the great white pointer.”, zegt Wiki. Nee!!!

Nou, goed, nu snap ik ook wel waarom Silvia zo onrustig werd en we dus meteen omdraaide en heel dicht tegen de kust terug peddelden. Het kajakken was dus helaas maar van korte duur.



’s Nachts liet ik mijn gordijnen open van mijn slaapkamer want er was me gezegd dat ik ’s ochtends de zonsopkomst boven de zee vanuit mijn bed kon zien. Mijn god, ik werd rond 6.00u wakker, hoorde de golven op de achtergrond, ik draaide me op mijn rechterzij en wat ik zag was echt spectaculair gewoon! Onwerkelijk! Waarom heb ik het geluk dat ik dat mee mag maken?! Wat een spectaculaire plek! Er was een prachtige zonsopkomst en de kamer kleurde gewoon oranje!

Die plek zorgt er gewoon echt voor dat je meteen relaxt bent. Dat kan gewoon niet anders.

Ik had daarom besloten om even terug naar Whyalla te rijden, wat dingen te regelen en de volgende dag terug te komen om een paar nachtjes in mijn tent te verblijven voor het strandhuis.

’s Avonds was ik namelijk uitgenodigd om mee te doen met het mens-erger-je-niet-clubje. Vier Duitse dames die al jaren, elke maandagavond, mens-erger-je-niet spelen. Ray was verbaasd en vertelde me dat er nooit iemand mee mag doen met het clubje. Eén van de dames was naar Adelaide dus ze hadden een plekje over. Maar hey, ik wist niet was ik mee maakten. Ze waren amper binnen, gingen zitten, iedereen kreeg een eigen dobbelsteen en er werd meteen gestart. Het was nog hard werken ook nog. En je moest behoorlijk opletten want het ging me toch snel. En al was je niet snel genoeg dan kreeg je het wel te horen. De vrouw naast me, een andere Hellen, was me een partij fanatiek. Ik noem haar ook wel: terror-Hellen. Ze genoot ervan als ze iemand van het bord kon kegelen en ze gooide bijna de pion van het bord af als dat moment weer kwam. Ik was bijna bang van der. Maar ik heb me toch wel heel goed vermaakt. Ook met terror-Hellen.


Om 22.00u ging ik naar bed en overviel me een naar gevoel. Ik dacht: ik moet vragen aan ons pap en mam hoe het met oma gaat.” Ik zag dat mijn berichtje gelezen was en ik kreeg geen reactie. Dat is niet goed. Normaal krijg ik meteen wel iets terug als ze het hebben gelezen. Ik wist eigenlijk al genoeg; Oma was overleden. Ons mam belde me na een kwartier en zei dat oma 1 minuut voor ik het smsje stuurde overleden was. Toeval bestaat niet.

Ik had op dat moment ons pap en mam graag een knuffel willen geven. Ik had verdriet maar het was goed zo. Oma heeft een mooie leeftijd, ik had al afscheid van oma genomen en wist dat ik haar niet meer zou zien. Ik had op een fijne manier afscheid genomen. Maar het blijft verdrietig als dat moment komt en je iemand verliest. De volgende dag heb ik toch contact opgenomen met de verzekering en toen ze me vertelden dat alles voor me geregeld zou worden was de keuze eigenlijk niet meer zo moeilijk: Ik ga terug naar Nederland. Voor ik het wist hadden ze de vlucht voor me geregeld en de volgende dag stond ik al op het vliegveld van Whyalla.

Moeders moest huilen: “Ik ga je zo missen.”, zei ze. Maar ik kom dus gauw weer terug. Ik moet er even voor mijn eigen familie zijn.

Ik had me voorgenomen de laatste dag in de ochtend nog even te gaan zwemmen en te gaan hardlopen. Ik zag weer twee vinnetjes voorbij komen toen ik in het water lag.

Dit is trouwens het strand van Whyalla.



Niet slecht toch?!


Toen ik terug kwam van het zwemmen had ik nog genoeg tijd om te gaan hardlopen, had de huissleutel al van mijn sleutelbos gehaald en het klaargelegd om mee te nemen bij het hardlopen.

Ray’s moeder zou worden opgehaald voor een lunch maar de dame kwam niet opdagen. Op het moment dat ik het trappetje voor passagierskant klaar had staan, de rollator al in de auto had zitten, kwam de vrouw aangereden. Oké, niet dus. Ik zwaaide ze uit en liep naar de voordeur. En op dat moment bedacht ik me meteen dat ik de huissleutel van de sleutelbos had gehaald en die sleutel dus nog klaar lag, in de keuken! Ik had me buiten gesloten…

Shit shit shit, wat nu? Ik moest nog douchen, al mijn spullen inpakken want over een paar uur zou ik het vliegtuig moeten pakken! En moeders zou nog lang niet terug komen. Ik werd lichtelijk paniekerig en zag al allerlei scenario’s voorbij komen. Oké Charlotte, even goed nadenken. Ik probeerde een sleutelkastje, maar die was leeg. Er was een ander kastje met een code, maar die code wist ik niet.

Silvia zat in Adelaide, die kon geen sleutel brengen, dan Bob proberen… die kreeg ik niet te pakken. Ik heb geen nummer van een andere broer van Ray die ook in Whyalla woont en Ray kreeg ik ook niet te pakken om de code te vragen. Oké, misschien de buren… Die waren niet thuis… Wat nu?! Ik kon nergens overheen klimmen of door het raam klimmen want we hadden alles goed afgesloten. Net op het moment dat ik terug kwam van de buren kwam een man de inrit op gereden: Shaun, de tuinman. Ik legde Shaun uit wat ik gedaan had en Shaun vroeg me waar Ray’s moeder is: “Volgens mij in het Westland hotel.” “Dan ga ik de sleutel voor je halen”, zei Shaun. Wat een engel! Na een uur kwam hij terug met de sleutel. Wat was ik opgelucht! En wat bleek; ze was niet in het Westland hotel maar in ‘The Air’ en dat is helemaal aan de andere kant van de stad. Ochgerrem Shaun. Ik heb hem nog net geen kus gegeven op zijn voorhoofd. Voordat ik het vliegtuig in stapte heb ik nog abrikozen staan plukken en me vol gegeten. Om 17.30u vertrok mijn vlucht en ik zou weer een tijdje onderweg zijn.


Dus dat was dat. Ik ben er weer. Wie had dat ooit gedacht. Zo snel alweer terug. Blij dat ik oma nog even kon zien, blij dat ik de begrafenis mee kon maken en het zo af kon sluiten, en blij dat ik er voor ons thuis kan zijn. Maar ook dubbel, maar ik ga weer terug naar Australië. En ook daar kijk ik weer naar uit.


Ik kwam er trouwens achter dat jullie niet automatisch een mail krijgen zodra ik een nieuw verhaaltje erop heb gezet. Ik moet nog even uitzoeken hoe het werkt. Dus ik ga wat uitproberen.

Misschien dat het deze keer wel lukt. Het is allemaal nog wat nieuw voor me.

339 weergaven2 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page